Leeuwhondje
FCI Groep 09 Gezelschapshonden
Rasstandaard
FCI nummer 233
Sectie
1
Herkomst
Eén van de Bichons, van Frans-Belgische afkomst. Uit afbeeldingen maken we op dat hij een bekend gezelschapshondje was, al vanaf de vroege Middeleeuwen. Is door de tijd heen in vergetelheid geraakt, tot in de jaren vijftig van de 20e eeuw in Brussel het initiatief werd genomen het ras weer op te bouwen. Nog steeds is het een relatief zeldzaam ras.
Algemeen voorkomen
Kleine, slimme hond, hoger op de benen dan de andere Bichons, wiens vacht vaak wordt geknipt in het klassieke leeuwltoilet, met een kale achterhand en aan de staart een pluim, zodat hij lijkt op een kleine leeuw.
Schofthoogte
reuen en teven 26-32 cm
Gewicht
Gemiddeld 6 kg
Vacht
Tamelijk lang (15 cm), golvend zijdeachtig haar. Alle kleuren zijn toegestaan, maar wit, zwart en citroenkleurig zijn het meest geliefd.
Gebruik
gezelschapshond
Gezondheid
Het Leeuwhondje kan PL-(Patella Luxatie) en oog-problemen hebben.
De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan deze via een site laten zien.
De PL- oog-test worden door een specialist uitgevoerd.
PL wordt handmatig getest.
Bij de PL- en ECVO-test is VRIJ de uitslag die je op het certificaat wil zien.
Bron: Loes Scharenborg
Aard
Charmant en levendig, speels, leergierig, aanhankelijk en bijzonder verdraagzaam, ook met kinderen en andere huisdieren. Waaks, maar geen blaffer, gereserveerd tegen onbekenden. | |
![]() |
Bijzonderheden
Regelmatig een korte borstelbeurt houdt de vacht in orde; verder geen bijzondere zorg vereist.
Deel deze pagina