Golden Retriever
FCI Groep 08 Retrievers, Spaniels en Waterhonden
Rasstandaard
FCI nummer 111
Sectie
1
Herkomst
De voorouders van de Golden Retriever zijn vermoedelijk een gele Retriever en een Tweed Water Spaniel, een inmiddels uitgestorven ras. Later werd nog gekruist met een Bloedhond en een rode Setter. Het ras werd in 1960 officieel erkend.
Algemeen voorkomen
Symmetrisch gebouwde, levendige, krachtige hond met vaste gangen en een vriendelijke uitdrukking.
Schofthoogte
reuen 56-61 cm, teven 51-56 cm
Gewicht
reuen 29-35 kg, teven 25-27 kg
Vacht
Zeer populaire jachthond en gezinshond. Bezit een natuurlijke jachtaanleg en wordt zeer gewaardeerd om zijn werklust. Hij werkt na het schot en door zijn goede neus, zachte bek, sterke apporteerlust en handzaamheid is hij een uitmuntende apporteur. Gaat graag te water.
Gebruik
Zeer populaire jachthond en gezinshond. Bezit een natuurlijke jachtaanleg en wordt zeer gewaardeerd om zijn werklust. Hij werkt na het schot en door zijn goede neus, zachte bek, sterke apporteerlust en handzaamheid is hij een uitmuntende apporteur. Gaat graag te water.
Gezondheid
Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van erfelijke oogaandoeningen en heupdysplasie. In het ras komen ook andere gewrichtsproblemen voor, o.a. aan de elleboog
Aard
Zijn aanhankelijke, betrouwbare, gemoedelijke en vriendelijke aard maakt hem tot een bijzonder prettige huisgenoot. Hij is intelligent, vol zelfvertrouwen en graag bij de mensen. Wanneer hij voldoende beweging in de vrije natuur krijgt, is hij in huis een rustige hond.
Bijzonderheden
De lange vacht moet eens per week geborsteld en gekamd worden en ongeveer elke drie maanden getrimd. Daarbij wordt met een fijne kam het dode haar uit de vacht verwijderd. De ooraanzet wordt gefatsoeneerd en de hals wordt glad gemaakt. De voeten worden rond geknipt.
Deel deze pagina