Gammel Dansk Hønsehund
FCI Groep 07 Staande honden
Rasstandaard
FCI nummer 281
Sectie
1.1
Herkomst
Deens ras, letterlijk vertaald: Oud-Deense Hoenderhond. Oorspronkelijke benaming Bakhonden, vernoemd naar Chresten Bak, die rond 1650 de grondslag legde voor dit ras door acht generaties lang Spaanse zigeunerhonden te kruisen met Bloedhonden en lokale hofhonden. Zijn neef Mortens Bak heeft het ras doorgefokt tot wat het nu is. In Nederland zeldzaam voorkomend.
Algemeen voorkomen
Een middelgrote, rechthoekige, evenredig gebouwde, stoere werkhond met een goed ontwikkeld reukvermogen.
Schofthoogte
reuen 52-60 cm, teven 48-56 cm
Gewicht
ongeveer 25-35 kg
Vacht
Kortharig, wit met licht of donker leverkleurige aftekeningen.
Gebruik
Mag op de ‘brakkenmanier’ zoeken, hoewel altijd de voorkeur zal uitgaan naar het zoeken met opgeheven hoofd. Wijst door roerloos te blijven staan de plaats aan waar het wild zich bevindt. Een relatief langzaam lopende hond, die kort zoekt en steeds contact bewaart met de jager. Zeer geschikt voor waterwerk en een goede apporteur.
Gezondheid
Er zijn geen rasgebonden gezondheidsproblemen bekend.
Aard
Zachtaardig, vriendelijk, ook waaks.
Bijzonderheden
De gladde vacht vraagt weinig onderhoud.
Deel deze pagina