Français Blanc et Noir
FCI Groep 06 Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
Rasstandaard
FCI nummer 220
Sectie
1.1
Herkomst
Veel Franse jachthonden werden en worden nog steeds in zogenoemde meutes of groepen gehouden en ze jaagden ook samen. De verschillende honden werden niet gescheiden, alle honden die geschikt waren voor de jacht werden in de groep opgenomen, ongeacht hun herkomst. In 1957 besloot men echter een inventarisatie te maken van de honden, en te proberen die honden die typerend waren voor hun respectievelijke oorspronkelijke rassen er uit te selecteren. Dt resulteerde in het geven van namen, Chien Français voor honden die duidelijk Franse herkomst- en Anglo-Français voor honden van Engels-Franse herkomst.
In de eerst genoemde groep worden drie variëteiten onderscheiden. Ze worden gescheiden gehouden met elk hun eigen rasbeschrijving, om op deze manier de rassen ook in de toekomst gescheiden te houden. Het zijn allemaal typische Franse honden van Franse herkomst.
Algemeen voorkomen
Grote, gedistingeerde, edele hond, krachtig en evenwichtig.
Schofthoogte
reuen 65-72 cm. teven 62-68 cm.
Gewicht
Vacht
kort, sterk en dicht. Kleur, wit met zwart met zwarte mantel of zwarte, meer of minder uitgebreide vlekken. Bleke taankleurige vlekken komen voor boven de ogen, op de wangen, op de binnenkant van de oren en bij de staartaanhechting
Gebruik
Ze jagen hoofdzakelijk op herten, maar ook op ander wild. Komen voornamelijk in het land van herkomst voor.
Gezondheid
Aard
Een echte meutehond, zonder enige vorm van agressie.
Bijzonderheden
Zie ook Français blanc et orange en tricolore en de Aglo-Français blanc et noir, blanc et orange en tricolore
Deel deze pagina