Brandlbracke
FCI Groep 06 Lopende honden - zweethonden en verwante rassen
Rasstandaard
FCI nummer 63
Sectie
1.2
Herkomst
Oostenrijk. Een voorouder is waarschijnlijk de Keltenbrak geweest, maar doordat er lang mee gefokt is zonder bij te houden wat met wat gekruist is, is dit moeilijk definitief vast te stellen.
In oude tijden werd de Brandlbrak ook wel "Wildbodenhund" genoemd. Van deze oorsprongsvorm zijn de tegenwoordige brakken afgeleid, zoals de Slovac Kopov (Tsjechoslowakije), de Tiroler Brak, der Erdelyi Kopo (Hongarije) en de Alpenbrak en Balkanbrak (Joegoslavië)
Algemeen voorkomen
Langgestrekt met slanke ledematen Komt voor in twee grondkleuren, maar altijd met tanaftekening
Grondkleuren zijn: zwart met kleine vlekken (brand)
Roodbruin (tan) of rood (gestichel = rood met zwarte haren gemengd), witte aftekening aan de poten, een voorborstster en soms een smalle halsring
Schofthoogte
46-58 cm.
Gewicht
Vacht
ca. 2 cm. lang haar wat glad aanligt. Moet erg dicht zijn en heeft een zijdenachtige glans
Gebruik
De Brandlbracke wordt vooral in bergachtig landschap gebruikt. Deze kortharige Oostenrijkse Brak wordt in Duitsland en Oostenrijk gebruikt en is ook in Zwitserland bekend. Hij is tevens een goede zweethond en heeft ten opzichte van de klassieke zweethonden het voordeel dat hij ook op zweet van reeën bruikbaar i
Gezondheid
Voor zover bekend zijn er geen rasspecifieke gezondheidsproblemen
Aard
Heeft een gevoelige neus, geeft luid en een jachthond met passie. Is een gewillige werker met een redelijk temperament.
Bijzonderheden
Deel deze pagina