Noorse Elandhond Grijs
FCI Groep 05 Spitsen en oertypes
Rasstandaard
FCI nummer 242
Sectie
2
Herkomst
Noors nationaal ras, inzetbaar bij de jacht op vooral eland, die hij opspoort en blaffend stelt. Gemaakt om dag in dag uit in ruig terrein te werken, gebouwd op uithoudingsvermogen en wendbaarheid.
Algemeen voorkomen
Compacte, vierkante bouw, stevig gespierd, een onbedorven natuurras.
Schofthoogte
reuen 52 cm, teven 49 cm
Gewicht
25-30kg
Vacht
Middelmatig lange, dikke bovenvacht met recht haar, korter op het hoofd en de voorkant van de benen; zachte ondervacht. Bovenvacht grijs in diverse schakeringen, afhankelijk van de aanwezigheid van zwarte punten in het haar. Lichtere aftekening op borst, buik, benen en onderkant van de staart, en vooral op de schouders ("harnas"). Oren en snuit zwart. Ondervacht lichtgrijs.
Gebruik
Werkt los of aangelijnd een wildspoor uit. Bij los werken moet de hond door fel blaffen aangeven dat hij wat gevonden heeft, zodat de jager weet waarheen hij komen moet. Dat kan door ongebaand terrein even duren; in de tussentijd moet de hond voorkomen dat de eland er vandoor gaat
Gezondheid
Geen rasspecifieke aandoeningen bekend.
Aard
Onverschrokken en moedig, zelfstandig en energiek. Gericht op mensen, vriendelijk, waaks, maar niet agressief tegen vreemden. Redelijk gehoorzaam te krijgen, maar nooit helemaal.
Bijzonderheden
Buiten de normale wekelijkse borstelbeurt vraagt de vacht geen bijzonder onderhoud.
Deel deze pagina