Foxterrier Draadhaar
FCI Groep 03 Terriërs
Rasstandaard
FCI nummer 169
Sectie
1
Herkomst
Heeft zijn naam te danken aan het doel waarvoor hij is gefokt: de jacht op vossen. Er zijn twee variëteiten: de gladharige en de draadharige. Laatstgenoemde is één van de populairste rassen ter wereld. De rasstandaard verschilt in die zin dat die van de draadhaar veel uitgebreider is. In 1876 werden de variëteiten officieel gescheiden.
Algemeen voorkomen
Levendige en actieve verschijning met een nagenoeg vierkant lichaam. Maakt de indruk van een goed gebouw jachtpaard, heeft een korte rug en kleine, V-vormige oren. Heel typisch is het gangwerk, waarbij de voor- en achterbenen zich evenwijdig en recht naar voren bewegen. Niet te hoog op de benen, krachtig voorkomen. Nooit plomp of grof.
Schofthoogte
reuen niet hoger dan 39 cm, teven in verhouding lager
Gewicht
reuen ruim 8 kg, teven ruim 7 kg
Vacht
Dichte, ijzerdraadachtige beharing, als van een kokosmat. Onderhaar korter, fijner en zachter. Krullend haar is ongewenst. Kleur : wit moet overheersen; gestroomd, rood, leverkleurig of leiblauw, ook als aftekening, is verwerpelijk
Gebruik
Gefokt voor met name de jacht op vossen (fox), maar ook op bunzings en dassen. Nu een plezierige, sportieve huishond, die van zijn baas de nodige aandacht verwacht.
Gezondheid
Geen ernstige rasgebonden afwijkingen bekend.
Aard
Alert, zelfverzekerd, waaks, soms een eenmanshond en wantrouwend ten opzichte van vreemden. Vrolijk, trouw, aanhankelijk en schrander. Soms vurig, maar nooit vals of zenuwachtig.
Bijzonderheden
Diverse keren per jaar moet het dode haar worden verwijderd door het te plukken of met behulp van een trimmes. De vacht klaar maken voor een tentoonstelling vereist veel tijd en vakkennis.
Deel deze pagina