Rafeiro do Alentejo
FCI Groep 02 Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden
Rasstandaard
FCI nummer 96
Sectie
2.2
Herkomst
Grootste van de Portugese rassen, afkomstig uit uit het laagland ten zuiden van de Taag (Tejo). De Rafeiro stamt af van molossers gemengd met lokale rassen en kreeg als ras begin negentiende eeuw zijn verschijningsvorm en naam.
Algemeen voorkomen
Imponerende robuuste dogachtige met kalme uitstraling.
Schofthoogte
reuen 66-74 cm, teven 64-70 cm
Gewicht
reuen 45-55 kg, teven 40-50 kg
Vacht
Kort tot halflang, grof, dicht en glad of golvend. Komt voor in veel kleuren, al dan niet met vlekken en/of lichte tijgering.
Gebruik
Waak- en verdedigingshond, van oudsher begeleider van kuddes die van de bergen in het noorden naar de zuidelijke vlaktes trokken. Ook gebruikt als jachthond op groot wild.
Gezondheid
Geen ernstige rasspecifieke gezondheidsproblemen bekend.
Aard
Sterk, moedig, zelfverzekerd, bijzonder oplettend met name 's nachts. Uitgesprokend beschermend ten opzichte van zijn eigen gezin, waaraan hij zeer gehecht is. Wantrouwend tegen vreemden en op eigen terrein zeer verdedigend.
Bijzonderheden
De vacht vereist nauwelijks onderhoud.
Deel deze pagina