Berner Sennenhond
FCI Groep 02 Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden
Rasstandaard
FCI nummer 45
Sectie
3
Herkomst
Een van de vier Zwitserse Sennenhondenrassen (Alpenhonden). Aanvankelijk de meest voorkomende hond in Midden-Zwitserland. Genoemd naar plaats van herkomst in de streek rondom Bern. Zeer oud ras, afstammend van de grote, zware doggen die de Romeinse legers meenamen om het meegebrachte vee te drijven.
Algemeen voorkomen
Groter dan gemiddeld, krachtig, sterk.
Schofthoogte
reuen 64-70 cm, teven 58-66 cm
Gewicht
ongeveer 40-55 kg
Vacht
Lange, rechte of licht golvende vacht. Diep zwarte basiskleur, met diep bruinrode aftekeningen op de wangen, boven de ogen, op de borst en alle benen. Witte, kleine tot middelgrote, symmetrische aftekeningen op het hoofd (bles) en een witte borstvlek. Witte voeten zijn gewenst, evenals een witte staartpunt.
Gebruik
Oorspronkelijk veedrijver, herders- trek- en waakhond. Nu voornamelijk familiehond.
Gezondheid
Zie op deze website de WKHS gezondheidsinventarisatie. Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie en moeten een rasgedragstest hebben doorstaan. Regelmatig worden andere gewrichtsafwijkingen geconstateerd. Dit ras is gevoelig voor bepaalde vormen van kanker.
Aard
Zeker, opmerkzaam, waakzaam en onbevreesd in alledaagse situaties, goedmoedig en aanhankelijk voor vertrouwde personen, zelfverzekerd en vriendelijk voor vreemden. Gemiddeld temperament, volgzaam.
Bijzonderheden
De vacht vereist regelmatige kam- en borstelbeurten.
Deel deze pagina