Berghond van de Maremmen en Abruzzen
FCI Groep 01 Herdershonden en Veedrijvers behalve Zwitserse Sennenhonden
Rasstandaard
FCI nummer 201
Sectie
1
Herkomst
Zo'n 2.000 jaar geleden werden de voorouders van deze honden al beschreven door de Spanjaard Columelia in De Re Rustica, een twaalfdelig werk over het boerenbedrijf. De auteur merkte daarbij op dat deze Italiaanse herdershonden wit moesten zijn om ze 's nachts van de wolven te kunnen onderscheiden.
Algemeen voorkomen
Een hond met stevige botten, een goed ontwikkeld spierstelsel en een waardige, haast majestueuze uitstraling.
Schofthoogte
reuen 65-73 cm, teven 60-68 cm
Gewicht
reuen 35-45 kg, teven 30-40 kg
Vacht
Overvloedige beharing die lang en vlak is en moet aanliggen. Iets golvend mag, de vacht moet tamelijk hard aanvoelen. In de winter heeft de Berghond een zware ondervacht. De kleur moet wit zijn waarbij aftekeningen in lichtgeel, sinaasappelkleurig of ivoor zijn toegestaan.
Gebruik
Herdershond, bewaker en gezinshond
Gezondheid
Soms komt heupdysplasie voor.
Aard
Alert, waaks, intelligent, aanhankelijk maar niet afhankelijk, eigenzinnig, vriendelijk, trouw, sober en hard voor zichzelf. Gereserveerd naar vreemden, geduldig met kinderen. Hij luistert alleen als hij er zelf het nut van inziet en moet op basis van wederzijds respect met zachte hand opgevoed worden.
Bijzonderheden
Regelmatig kammen en borstelen, vooral in de ruiperiode.
Deel deze pagina